Nooit meer ……..

Nooit meer mijn neus in de geur van jouw jas Nooit meer mijn snot aan jouw mouwen Nooit meer jouw lievelingstrui in de was Nooit meer mijn hand in de jouwe Nooit meer jouw kus op mijn knie of mijn wang Nooit meer jouw vouwfietsje nat in de gang Nooit meer jouw meeneembrood Nooit meer de kieteldood Nooit meer op zaterdag papa-ontbijt Nooit meer op schoot met jouw arm om mijn blootje Nooit meer jouw kus op mijn wang, je bent dood, je bent dood, je bent dood, je bent dood, Voor altijd

UREN ZONDER JOU

Er zijn uren zonder jou. Soms, misschien, het is denkbaar …..   Er zijn rivieren met oevers vol boterbloemen zonder jou. Boten met hakkelende motoren, stroomopwaarts, zonder jou.   Er zijn wegen zonder jou. Zijwegen, ongelukken, greppels.   Vlinders zonder jou zijn er; Distels, ontelbare….   Er is mismoedigheid zonder jou. Laksheid, angstvalligheid. Er gaat geen uur voorbij, er is nog geen uur voorbijgegaan.     Toon Tellegen

KIJK VOORUIT …..

Kijk vooruit, de weg loopt door; sta niet stil maar volg het spoor. Vertrouw op wat je hart je zegt geen enkel levenspad is recht. Kijk vooruit, twijfel niet; rust even uit bij groot verdriet. Laat je ziel zweven en koester wat je is gegeven; aarzel niet, dit is jouw leven!   Jose Kodden

GROEIEN……

  Je hart wordt ooit gebroken; verliest soms een gevecht. Je moet je liefste missen, waar je het meest aan bent gehecht.   Groei door te schreeuwen. Blijf altijd dromen. Groei door de liefde steeds weer tegen te komen. Groei door te vragen. Door wijze raad te vergeten. Groei door het soms zelf ook niet te weten.   Kus je tranen. Laat je verrijken. Groei door in de stilte naar sterren te kijken.      

WEES

  “Wees niet bang”, zei je altijd tegen mij toen ik klein was en bezorgd de wereld in keek. Mijn wereld, evenzeer als de jouwe. Nu je er niet meer bent en mij onthand achterlaat, ben ik ontmoederd, Ben ik wees.         Bert Weggemans

Rouwen en missen

  Bij de logopedist las ik: “Slaap je niet dan lig je toch”. Het was een gedicht van een schrijver die wel een miljoen rouwvliegjes in haar buik droeg.   In taal komt de dood soms op kousenvoeten, dan weer stommelend van de trap. Ik wilde hem op heterdaad betrappen, hem dichtklappen zoals een boek, om het later weer open te slaan.   Later wil zeggen dat als ik groot ben, fermer misschien, als ik heb geleerd dat gemis familie is en geluk een goede vriend die je graag ziet, maar wegens tijdgebrek meestal mis loopt.   Ik ging van het gedicht houden en mijn spraak vorderde, al verslikte ik me soms in een woord, waarop de logopedist zei: “je Lees meer

Winterstilte

  De grond is wit, de nevel wit, De wolken, waar nog sneeuw in zit, Zijn wit, dat zacht vergrijzelt Het fijngetakt geboomte zit Met witten rijp beijzeld.   De wind houdt zich behoedzaam stil, Dat niet het minste takgetril ‘t Kristallen kunstwerk breke, De klank zelfs van mijn schreden wil Zich in de sneeuw versteken.   De grond is wit, de nevel wit, Wat zwijgend tooverland is dit? Wat hemel loop ik onder? Ik vouw de handen en aanbid Dit grootsche, stille wonder.     Jacqueline E. van der Waals  (2001)    

De Verwondering

  Ik sta op het strand en kijk naar een schip dat met volle zeilen richting de horizon vaart. Ik zie  het schip steeds kleiner en kleiner worden, totdat het verdwijnt achter de horizon, daar waar de lucht en zee samenkomen. Iemand naast me zucht en zegt: “kijk nou is ie weg…………” Ja, het schip is weg uit ons blikveld, maar het schip zelf is er nog, even mooi en groot als daarnet. Zijn kleiner geworden formaat zit in mijzelf, niet in hem. En precies op het moment dat iemand naast mij zegt: “Hij is weg”, zijn er anderen die hem zien aankomen en blij roepen: “Kijk daar is ie…….!” Lees meer

De gestorvene

Zeven maal om de aarde gaan, als het zou moeten op handen en voeten; zevenmaal om die ene te groeten die daar lachend te wachten zou staan. Zeven maal om de aarde te gaan. Zevenmaal over de zeeën te gaan, schraal in de kleren, wat zou het mij deren, kon ik uit de dood die ene doen keren. Zevenmaal over de zeeën te gaan, Zeven maal om met zijn tweeën te staan. Ida Gerhardt 1966 Muziek: De Gestorvene-Trijntje Oosterhuis