Twee jaar geleden overleed mijn vrouw. Het was middenin de Coronatijd. De predikant die nauw bij de begrafenis betrokken was, maakte mij attent op “Boek en Troost”. Ze was zelf jaren vrijwilliger geweest bij “Boek en Troost”.
“Ga er eens kijken, misschien is het iets voor je”.

Een half jaar na het overlijden van mijn vrouw ging ik voor de eerste keer naar het Rouwcafé. Eerder was vanwege Corona alles stil komen te liggen.

Vanaf het eerste begin heb ik me bij het Rouwcafé welkom gevoeld en inmiddels ben ik een regelmatige bezoeker. De bijeenkomsten zijn heel laagdrempelig en dat komt natuurlijk ook, omdat je allemaal lotgenoten bent. Ik vind het fijn om met lotgenoten ervaringen uit te wisselen. Je vindt steun bij elkaar en je kunt van elkaar leren. Je voelt je echt gehoord als je iets vertelt. Dat is in de dagelijkse praktijk nog wel eens anders.

Door het verlies van iemand waar je zielsveel van houdt, verlies je ook een stuk van jezelf. Hoe ga je verder en hoe krijg je alles weer op de rails? Bij het Rouwcafé kun je daar goed over praten. Niemand vindt iets gek en vaak hebben de anderen maar een half woord nodig om je te begrijpen. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Rouw en rouwverwerking zijn ingewikkeld en ook niet bij iedereen hetzelfde. Voor iemand die er niet mee te maken heeft (gehad) moeilijk te begrijpen.

Bij het Rouwcafé leer je ook weer nieuwe mensen kennen. Het tweede deel van de bijeenkomst biedt daartoe een goede gelegenheid. Bij een hapje en een drankje wordt er heel wat afgepraat.

Ik zet het maandelijkse rouwcafé voorlopig nog maar in m’n agenda.