Tussen de draden van de onbeschrijfelijke pijn
heeft zich verweven, langzaam
onopgemerkt haast in ‘t begin,
de vreugde om wat is
en wat is geweest.
Het doet mij voelen
‘t leven heeft weer zin.
Ik ben niet bang meer voor de dood,
niet bang te hechten aan het leven,
aan alles wat mij is gegeven.
Ik weet dat zij eens weer zal komen
met alle pijn en het gemis,
maar nooit
zal kunnen nemen,
de herinnering aan elk moment
dat mij nu dierbaar is.
Een lotgenote