Win­ter­stil­te

 
De grond is wit, de nevel wit,
De wol­ken, waar nog sneeuw in zit,
Zijn wit, dat zacht ver­grij­zelt
Het fijn­ge­takt geboom­te zit
Met wit­ten rijp beij­zeld.
 
De wind houdt zich behoed­zaam stil,
Dat niet het min­ste tak­ge­tril
‘t Kris­tal­len kunst­werk breke,
De klank zelfs van mijn schre­den wil
Zich in de sneeuw ver­ste­ken.
 
De grond is wit, de nevel wit,
Wat zwij­gend toover­land is dit?
Wat hemel loop ik onder?
Ik vouw de han­den en aan­bid
Dit groot­sche, stil­le won­der.
 
 
Jac­que­li­ne E. van der Waals  (2001)
 
 
  • Ver­want met de dood

    Het leven is sindsdien verdergegaan
    maar vergat mij mee te nemen
    en liet me erbuiten staan.

    Ik bezie ‘t van een afstand
    maar ‘t raakt me niet echt
    ik voel me met de dood verwant.

    Veel mensen om mij heen
    kunnen het verdriet niet langer delen
    en laten mij daarin alleen.

    Zo bouwen ze muren van stilte
    waarin ik me gevangen voel
    en die mij omgeven met kilte.

    Ze beseffen niet hoe dat is
    hoe gebroken mijn bestaan
    hoe vol van leegte en gemis.

    Ik weet, ik kan niet altijd troost verwachten
    maar door er gewoon te zijn
    kunnen ze wel de pijn verzachten.

    Het is niet, dat ik me beklaag
    immers ik wil geen medelijden,
    ‘t is alleen wat warmte wat ik vraag.

    Kokkie Jonkers