Zo helder, helderder
dan water, is de lucht
doorzichtig stil,
te dun om te trillen
en helemaal nieuw.
Nog niets erin
geen stof, geen vocht
geen rimpel
overal smelt het,
zwelt het, glimt het.
Nu gaan dingen
weer beginnen
te gebeuren;
het eind
van de winter.
En juist ook
tintelen stemmen
naar binnen
 
Judith Herzberg
Uit: Beemdgras