Onvoorspelbaar, hoe in vier weken
de wereld kan veranderen
en wij in verwarring naar buiten kijken.
Overspoeld door feiten waar we achteraan lopen
zonder te weten waarheen.
Hoe goed wij ook door de jaren heen
hebben geleerd de kop in het zand te steken.
Zelfs ondergronds dringt het nieuws tot ons door.
En worden wij wakker geschud door stilte.
 
Stilte in de straten, stilte in beelden,
waar wij naar kijken met andere ogen.
Die misschien weer opnieuw leren zien.
 
Tot zover het begin van deze lente
die ons voorkomt als het einde der tijden.
De rest van het leven om ons heen
fluit er maar op los, komt uit de knop en bloeit open.
Vogels leggen eieren, met een optimisme dat ons vreemd is.
De magnolia is gezegend, ze kan de krant niet lezen.
En de schaduw van de zwaluw stijgt boven zichzelf uit
en vliegt de zon tegemoet.
 
Maar onze nachten zijn stil.
De straten hebben hun stem verloren.
Wat anders kunnen wij, dan blijven dromen
en geloven in een overwinning op een tegenstander
die onzichtbaar is.
Maar eerst afstand nemen van alles om te weten
wat je mist, als het er niet meer is.
Dan is misschien, wat wij weer moeten leren,
Een nieuwe tijd ontdekken
door ons in onszelf te keren.
 
 
 
Naar aanleiding van de pandemie (ook een oorlog) in 2021
schreef Stef Bos dit gedicht