Rouwen en missen
Bij de logopedist las ik: “Slaap je niet dan lig je toch”. Het was een gedicht van een schrijver die wel een miljoen rouwvliegjes in haar buik droeg. In taal komt de dood soms op kousenvoeten, dan weer stommelend van de trap. Ik wilde hem op heterdaad betrappen, hem dichtklappen zoals een boek, om het later weer open te slaan. Later wil zeggen dat als ik groot ben, fermer misschien, als ik heb geleerd dat gemis familie is en geluk een goede vriend die je graag ziet, maar wegens tijdgebrek meestal mis loopt. Ik ging van het gedicht houden en mijn spraak vorderde, al verslikte ik me soms in een woord, waarop de logopedist zei: “je Lees meer